Als je vanuit De Hunze over de Beijumerweg fietst dan reed je tot 2024 recht op de boerderij Beijumerweg 24/26 aan. De boerderij is in 1936 gebouwd en staat dan midden in de weilanden met uitzicht op de boerderij Beijumerweg 29; die op 6 februari 1967 is afgebrand. Op deze plek loopt vandaag de dag de oostelijke ringweg.
De boerderij van Guikema is met de komst van de woonwijk Beijum verbouwd en door de woningbouwvereniging 'Groningen’ geschikt gemaakt als onderkomen voor een woongroep. Daarmee wijkt de woningbouwvereniging als een van de eerste af van het geijkte patroon om uitsluitend huisvesting te realiseren voor gezinnen en alleenstaanden.
In 2024 is de woonboerderij gesloopt.
Foto: boerderij Beijumerweg 24/26 en de plattegrond met de boerderijen van toen.
De al bejaarde weduwnaar Gerrit Guikema heeft samen met zoon Onno Guikema in 1936 een dubbel woonhuis laten bouwen aan de Beijumerweg 24/26. De families leefden van het verbouwen van kool.
Aan het einde van de oorlog bevrijden de Canadezen ook Beijum, hierbij wordt behoorlijk wat schade aangericht aan de boerderijen. Bij de boerderij van Guikema worden de pannen van het dak geschoten. Gelukkig zijn de Guikema's tijdelijk bij familie in Noordwolde en blijven zij ongedeerd. Voor hun buren de gebroeders Dijkstra op nummer 2/3 zijn de gevolgen veel groter, zij komen om bij deze bevrijding.
De Guikema's blijven er wonen tot de bouw van de nieuwe woonwijk Beijum. Onno ziet de bouw al in de jaren '50 aankomen: "Beijum blieft gain Beijum, Beijum wordt stad, ik beleef het nait, maar dit hoes komt midden in stad te staan.” Onno Guikema is in 1959 overleden.
In de beginjaren van de nieuwe wijk Beijum wordt de boerderij verbouwd en bewoond door een woongroep. Tot eind 2023, dan besluit woningcorporatie Nijestee de boerderij af te breken.
Foto: boerderij met de kassen en daarna als woonboerderij
Er werd veel kool verbouwd rondom Beijum en Zuidwolde. De bewoners werden wel eens gekscherend 'boeskoolkoppen’ genoemd. Boeskool is de verzamelnaam voor witte, rode en savooiekool.
Ook de Guikema's beginnen hier met het verbouwen van boeskool op de grond rondom het huis. In latere jaren worden er kassen en koolschuren geplaatst.
In de winter gaat men op pad en verkoopt men de kolen in de omliggende dorpen en de stad. Maar de meeste boeskool gaat naar de zuurkoolfabrieken in Bedum en Noorderhoogebrug, en vanaf eind jaren dertig naar de veilingveilingvereniging 'De eendracht’ aan de Wilhelminakade in Groningen.
Foto: Het boerenleven halverwege de 20ste eeuw